Dag 16,17 en 18: Trekken door het Loksado gebergte
Door: Karin
Blijf op de hoogte en volg Karin
28 Oktober 2013 | Indonesië, Banjarmasin
De volgende dag worden we al om een uur of drie gewekt door de hanen. Veel te vroeg; die dingen moeten ze echt eens bijstellen. Slapen was toch al geen succes. We slapen op de houten vloer, met enkel een kleedje en een hoofdkussen. Dat schijnt hier traditie te zijn, maar onze westerse ruggen zijn hier toch niet helemaal getraind voor. Na een gezamelijk ontbijt en de bezichtiging van de longhouse, een grote houten schuur dat dienst doet als dorpshuis en tempel, gaan we weer op pad. Ditmaal loopt dorpsbewoner Iwan met ons mee. Hij draagt vooral de spullen in een mand op zijn rug. Hij loopt op teenslippers en is gewapend met een groot kapmes. Engels spreekt hij niet. De route vandaag is nog iets heftiger; we gaan voortdurend heuvel af en heuvel op. De regen van gisteren is al flink aan het uitdampen en het zweet gutst langs ons lichaam. Op een bergtop rusten we even. Iwan en Tailah hakken een paar kokosnoten open voor ons. Ook de rest van de route komen ze telkens met nieuwe dingen voor ons aan, zoals waterguave en kaneelbast. Na 4 uur stoppen we voor lunch bij een beekje. Iwan heeft inmiddels een flinke buis bamboe gehakt. Ik verwachtte dat we voor lunch gewoon brood zouden krijgen, maar daar vergis ik me in. De twee mannen slaan meteen aan het koken. Iwan rolt rijst in een bananenblad en stopt dit in een holle bamboebuis. In de tweede buis wordt thee uit een soort wortel (iron wood) gekookt. Vervolgens gaat daar water in en dat op een vuurplaats. Onder een rots wordt een vuur gemaakt. Dit blijkt iets te klein voor en de pan en de twee bamboekokers. Er wordt een tweede vuur gemaakt waar de bamboebuizen op gaan. Onder de rots gaat een pan boven het vuur, waar een soort hengsel van rotan aan wordt gemaakt. Groente wordt gesneden met het kapmes. Inmiddels begint het te regenen. Wij trekken snel onze regenjassen aan. Iwan heeft niks bij zich, maar hem lijkt het niet te deren. Hij gaat stug door alsof hij de regen niet bemerkt. De regen wordt al snel een flinke tropische plesnbui. Ik vouw me op in een poncho. De mannen gaan stug door met koken. De tassen hebben we in een kuil onder een zeil gestopt. Het tweede vuur is nu vol in de regen dus worden de bamboebuizen naar de vuurplaats onder de rots verplaatst. De beek wordt langzaam een rivier en de kuil begint onder te lopen en dus verplaatsen Jeroen en Iwan razendsnel de spullen. Ook begint de rivier de vuurplaats onder de rots te bereiken en bouwen ze een dam van stenen eromheen. De pan wordt volgestop met groente en mie en even later is het eten klaar. Iwan snijdt nog even snel een paar lepels en kopjes uit het bamboe. Het eten is lekker maar erg comfortabel eet ik niet. Op het moment dat ik mijn handen uit de poncho steek, stroomt het water naar binnen en raakt mijn broek doorweekt. De mie veranderd op mijn bord in noodle-soep. Inmiddels is een oud vrouwtje op blote voeten aangekomen en eet met ons mee. De thee in bamboekopjes smaakt erg lekker en de rijst uit bananenblad ook. Het was een bijzondere luch, waar ik helaas niet heel erg van heb kunnen genieten. Na het eten lost de regen langzaam op. Met zijn vijven lopen we door naar het volgende dorp. De vrouw blijft hier achter. De kinderen krijgen snoepjes. We rusten een beetje uit, maar gaan snel door. Droog gaan we voorlopig niet worden. Het stuk na de lunch blijkt gelukkig korter. Wel moeten we een paar keer de rivier over. Waar we 's ochtends nog wel een beetje via stenen konden lopen, moeten we er nu echt doorheen, waardoor ook onze schoenen en sokken zeiknat worden. Dat is minder fijn. Jeroen zijn telefoon in zijn broekzak vat water. Ai, hopelijk is die nog te redden. Nog voor het donker komen we bij het dorp waar we in de longhouse gaan slapen. Dat is wel iets minder gezellig dan bij de mensen thuis. Ook nu komen alle mensen erbij zitten en drinken we thee met koekjes. Het eten is hetzelfde als de dag ervoor, maar smaakt goed. We mogen vroeg gaan slapen, wederom op een stroën matje op de vloer. Het is hier frisser 's nachts. De hanen vallen dit keer mee, maar de varkens die onder de longhouse lopen maken flink kabaal. De tweede houten nacht valt vooral Jeroen zwaar en we zijn dan ook vroeg wakker.
De volgende dag is een makkie: dit keer geen lange wandeling maar een relaxt tochtje over de rivier per bamboevlot. Na het gezamelijke ontbijt rapen we alle spullen bij elkaar. De restanten van ons eten gaan bij elkaar gaan in een plunjezak en een jongetje draagt ze voor ons naar het vlot. Dat blijkt slechts vijf minuten lopen heuvelafwaarts. Onze bootchauffeur is Ali. Het vlot bestaat uit 12 lange bij elkaar gebonden bamboestammen. Er is een klein bankje bovenop gemaakt waar we met zijn driën op passen. Gelukkig heeft het gisteren geregend waardoor het water iets hoger staat, maar evengoed is het ondiep en moet Ali regelmatig het vlot vlot trekken. Her en der wat stroomversnellingen en het water stroomt alweer snel over onze schoenen en mijn laatste paar droge sokken zijn nat. Bij de pauze bedenk ik me dat het ook wel zonder schoenen kan. Het weer is nu lekker; niet warm, niet koud. De zon komt lichtjes door de wolken. Na drie uur zijn we weer op de plek waar we twee dagen ervoor begonnen. De chauffeur blijkt al klaar te staan en we rijden naar het huis van de familie van Tailah waar we onze spullen halen. Ali komt hier ook nog even thee drinken en koekjes eten. Na de lunch rijden we in een keer door naar Banjarmasin. We checken in in het Perdana hotel, wassen onze stinkende natte kleren uit en nemen een douche. Na het eten gaan we vroeg slapen. We hebben wat in te halen en de volgende morgen moeten we alweer om vijf uur klaar staan om naar de Drijvende Markt te gaan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley